We schrijven een jaar geleden februari, een schitterende dag om weer eens de polder van Ilpendam met een bezoek te vereren. Een immer intrigerend gebied met tientallen tochten en honderden zijslootjes. Samen met de Oostzanerpolder en de  Westzanerpolder geliefde wateren voor de roofvisser en de karpervisser.
Vroeger zat ik wekelijks meerdere keren op de jagersplas, maar daar is de lol ook af. De snoekbaarsstand is daar zo in elkaar gevallen dat je er niet meer met zekerheid vis vangt.
Waar zijn de tijden gebleven dat ik er met vriend Jaap zonder probleem met een beetje zoeken 15 snoekbaarzen op een dag had. Vervlogen geluk en waarschijnlijk komt dat ook niet meer terug. Ik had buiten mijn trolhengels ook mijn nieuwe verrekijker mee omdat ik graag vogels kijk. De polder wemelt er immers van de watervogels en de nijlganzen waren de week daarvoor met honderden neergestreken.

Ik had via de e-mail  vanuit Finland ( Rapala) het verzoek gekregen om een close-up van een snoekbaars bek te sturen.

Mijn twee emmers tot aan de rand gevuld met op kleur en maat gesorteerde pluggen stonden samen met mijn digitale camera te wachten op actie, de één op nattigheid, de ander op al dan niet gewillige fotogenieke vissen.

De hele polder had ik zowat bevist en werkelijk iedere sloot waar ik meestal snoekbaars kon verwachten werd in "snoekbaarsopzicht" een fiasco. Ze gaven niet thuis, tenminste ze deden hun bek niet open, zelfs niet voor de meest aantrekkelijke pluggen. Alles wat beet was snoek. Niet erg want ook deze eendensnavel weet ik hogelijk te waarderen maar daar was het nu net niet om te doen.  

Al mijmerend speelde mijn lege maag me parten en ik kreeg een onnoemelijke trek. Uiteraard had ik weer eens vergeten om de inwendige mens gunstig te stemmen. In de verte zag ik het benzinestation waar ze werkelijk heerlijke broodjes verkochten. Achteraf heel erg blij dat mijn innerlijke visdrift het wist te winnen van mijn niet mis te verstane hongergevoel. De anderhalve kilometer werd dan ook trollend naar dit "benzinesupermarktrestaurant" afgelegd.

Exact twintig meter voor de aanlegplaats buigt de trolhengel aan de kantzijde ver door en deze blijft krom. Ik pak de hengel en ben in de veronderstelling dat hij vast zit aan de wortelstokken van een rietplant. Dat is daar gebruikelijk.  Pas na een aantal seconden komt er beweging in de kromme hengel en realiseer ik me dat het gaat om een heel mooi exemplaar Een grote zwaar gehavende kam komt boven en verraad het voorkomen van de vis. Ik zoek mijn schepnet maar helaas die ligt nog op mijn steiger. Dit is met recht "een kasteel", mijn voorzichtige schatting gaat toch dik richting de meter. Het logge lijf werkt in het inmiddels donkerbruin geslagen water. De modder vliegt om mijn oren. Hoe kan zo een "knijter" in zo een "likkie" water leven. De vis gaat naar het midden en ik zie in een oogwenk hoe de dreg in zijn bek zit. Eén haakpunt zit in de punt van zijn boven kaak. En keer schudden met z'n kop en de haak is los..Weg droomkasteel en welkom luchtkasteel.

Ik bedenk me geen moment en houd continu druk op de lijn en loods de vis naar de boot. 

Langzaam glijdt de vis mee op weg naar een bewonderaar.

In een flits grijp ik de vis in zijn bek omdat de kieuwgreep gezien dat de plug zo beroerd zit en ik deze reus absoluut een hand wil geven. Ik voel niet eens de bijtende pijn van zijn tanden en de adrenaline werkt verzachtend. Hij is binnenboord en gevoel van gelukzaligheid vliegt door me heen. Een werknemer van de wegenwacht komt naar me toe en kijkt naar de grote snoekbaars. Ik kijk naar zijn auto en onthoudt zijn nummer.
 Deze getuige heb ik in ieder geval. " Die zijn lekker man", zegt een andere inmiddels aangesnelde man. Gezien de ouderdom van deze vis en het daarbij behorende respect vraag ik of de aardige wegenwacht even wil assisteren met fotograferen. De vis wordt weer losgelaten op de plek waar hij even is weggeweest. Dan pas word ik me een zeer felle pijn in mijn linkerduim gewaar en het duidt op "tandpijn" Ik besluit de volgende dag om maar eens naar het ziekenhuis te gaan. Volgens de assistent - chirurg zit er niets in en kan ik weer naar huis, volgens zijn zeggen zou een eventuele tand er toch wel uitzweren.

Twee maanden later, nog steeds pijn in mijn duim besluit ik toch maar eens terug te gaan naar het ziekenhuis. Niets is er uitgekomen en toch pijn, dat klopt niet, maar mijn duim doet dat des te meer. De Hr. Koomen neemt het zekere voor het onzekere en neemt een foto. Duidelijk is er een wit puntig stukje recht naar beneden wijzend te zien. Plaatselijk wordt de duim verdoofd met een zeer pijnlijke injectie en de duim wordt geopend. Naar een drietal minuten haalt de dokter er een tand uit van mijn " vriend" Ruim 5 mm tandlengte heeft er meerdere tijd veilig en wel opgeborgen ingezeten en me de al dan niet geplande snoekbaarswraak laten voelen. 

Ik krijg het kleinood mee in een potje en dit wordt bijgezet in mijn prijzenkast. Met recht een snoekbaars om nooit te vergeten.