EEN SLIJMERD ALS BESTE VRIEND
GESCHIEDENIS
Ik heb in mijn verzameling een oud biologieboek met daarin een tekst dat men
aannam dat de aal ontstond uit een paardenhaar die in het water viel. Pas in
het midden van de 20e eeuw denkt men het te weten. Ik zeg met recht "denkt" men
het te weten want er is nog nooit iemand geweest die heeft kunnen bewijzen waar
de aal paait. De Saragosso of Sargassozee wordt als het paaigebied gezien. Er
zijn volgens Deense wetenschappers meerdere soorten aal op onze planeet en de
aal is een 100% zoutwatervis met vele mogelijkheden.
WETENSWAARDIGHEDEN
Een aal kan zowel in zoet als in zoutwater leven. Een mannetje wordt beduidend
minder groot dan een vrouwtje. Aal en paling is hetzelfde. Een aal is in
vergelijking het meisje en de paling is de vrouw. De aal is niet geslachtsrijp
en de paling wel. De aal heeft een onderstandige en de conger een bovenstandige
bek.
Alen kunnen, omdat ze in staat zijn om hun kieuwen af te sluiten, zeer lang
buiten het water leven en een weiland oversteken van de ene sloot naar de
andere sloot is dan ook geen enkel probleem voor ze. Slechts 20% van de aal
komt in het zoete water terecht. Na ongeveer 7 tot 10 jaar is de aal
geslachtsrijp en wordt dan schieraal genoemd. De huid wordt dan zo dik als leer
en het vetpercentage heel erg hoog. De ogen worden heel groot, waarschijnlijk
om op de grote diepten van dienst te kunnen zijn. In de middeleeuwen werd
aalbloed in vele vergiften verwerkt en het wordt dan ook afgeraden om met
wondjes aan de handen aal schoon te maken.
Aal hoort tot de beste speurneuzen ter wereld. In Japan was een proefopstelling
met aal. In het bassin was de aal in staat om een druppel bloed op een miljoen
liter water te lokaliseren. Om u een indicatie te geven, dat is een redelijk
groot zwembad.
VANGSTTECHNIEK
Iedere sportvisser op de grond vissend met worm heeft wel eens een aal
gevangen. Vooral de kleine exemplaren zijn zoals de Engelsen het mooi zeggen "
a pain in the as " Snoeren met alles erop en eraan in de knoop, u kent het wel.
Laten we ons beperken tot de grotere exemplaren. Het beste om op paling te
vissen is in mijn beleving nog steeds de feeder voor de normale afmeting (
tussen de 30 en de 60 cm) en de karperhengel of zeehengel voor de grote
exemplaren. U kunt van me aannemen, paling is altijd mijn obsessie geweest. De
grootste die ik ooit in mijn leven heb gevangen was een "brommerbinnenband van
1.18 cm en dik 7 pond zwaar. Die vissen zijn zo sterk dat ze zonder probleem
een 45/00 lijn kapot trekken als ze er hun staart en lichaam in kunnen
wikkelen. Maak met de feederhengel de meest simpele methode met een lange
zwerflijn van een 1.30 m en daarboven een werpgewicht van 10 tot 15 gram. Een
aberdeen van het merk Kamasan no.6, twee tot drie kleine wormen en klaar is
Kees. Een felle beet op een feederhengel is een genot om te zien.
Neem absoluut geen gevlochten lijn, en als u het wel doet, neem dan een
voorslag van monofyl anders zult u een hoop aal verspelen. Als ik op grote aal
vis en dan bedoel ik vis boven de 80 centimeter neem ik altijd 45/00 monofyl
van K2 Specimen omdat zover ik weet er geen lijn is die sterker is naar zijn
diameter. Een 45/00 lijn
heeft 40lbs trekkracht en een 35/00 heeft een 28,6 lbs trekkracht. Beresterke
lijnen. Met de grote aal neem ik een schuifmontage met een aaslijn van minstens
2 meter. Een grote aal pakt het aas en is dan heel voorzichtig. Nadat de prooi
gedood is spuugt hij hem vele malen uit en pakt hem weer om deze goed te
draaien. Hij zwemt daarbij vaak achteruit. Je krijgt dus beet maar als je slaat
heb je niets. Het is zenuwslopend als je de karperverklikker ziet of hoort.
Soms heb ik een aal van rond de meter wel 8 minuten aan het aas gehad voordat
ik sloeg. De haak zat dan nog maar net in de onderkaak. Heb je vis aangeslagen
haal hem dan snel draaiend weg van de diepte en blijf in een zelfde tempo
doordraaien. Heb je geen schepnet bij je vergeet het dan maar of je moet de
mogelijkheid hebben om de aal de kant op de trekken. Ik heb als ik op grote aal
ga een groot landingsnet bij me met een lange steel. Ver voor de vis onder
water houden en pas omhoog halen als de paling erboven is.
GEURSTOFFEN
Gebruik gerust geurstoffen bij je aas. Een aal is gek op zachte krab, bliek,
spiering, en zagers.
Maak van die kennis gebruik. Wil je kleine aal vangen werkt WD 40 goed en ook
tijgerbalsem in kleine hoeveelheden is perfect. Een likje Vitamo op het aas kan
ook een avond goed maken.
Grote aal vang je bijna altijd op groot aas en bijna altijd op vis. Soms als ik
niet het juiste visaas bij me heb neem ik een of twee grote zagers. Weer
inspuiten met krabolie of zagerolie en je hebt een topaas. Denk niet dat een
zager niet op het zoete water werkt want dat is onzin. Ik heb in een
stadsvijver in Beverwijk met een grote zager drie palingen in een nacht boven
de 90 gevangen.
HAKEN
Als haak neem ik voor alle aal de Aberdeen van Kamasan omdat dit draad dikker
is dan van de Mustad. Voor de kleinere aal de no.6 en voor grotere de no.1 Met
deze haak heb je geen last van uitbuigers of kapotte haken. Ze kosten wat meer
maar dat is het gewoon waard.
Gebruik met visaas een fleurnaald. Haal de kop van de vis eraf en fleur de vis
vanaf de staart naar de kop. Als de lus bij het kopgedeelte eruit steekt dan de
haak erop maken en terugtrekken zodat de haak in het dikke nekgedeelte komt te
zitten. Met de zager kun je goed een pierennaald gebruiken. Hierna de vis
injecteren met een simpele injectiespuit en u kunt uw eigen binnenband een
keertje bemachtigen.
|