Jerkbaits zijn pluggen die je niet alleen binnendraait via de molenslinger, maar ook beweging meegeeft door middel van rukjes met de hengeltop. Dat mag bekend zijn. Maar toch blijft de wereld van dit kunstaas voor velen een doolhof als het gaat om technieken als ‘walking the dog, splashing, sliding, twitching, bottem bouncing, stop and go, slender movement en jigging’. In Zeeland kan volop geëxperimenteerd worden en met veel succes met deze jerktechnieken zeebaars en andere rovers te vangen.
Engelse termen
De wereld van kunstaasvissen staat er bol van. Waarbij ze soms ook voor verwarring zorgen als techniek en kunstaassoorten worden gemixed. Zo spreken ze bij Lucky Craft bijvoorbeeld van 1. Topwaterbaits, 2. Jerkbaits en 3. Cranckbaits als ze respectievelijk 1. het vissen in de oppervlakte bedoelen, 2. het vissen net onder de oppervlakte tot een meter of twee diep en 3. het vissen op diepte tot aan de bodem. Het woord ‘jerk’ komt alleen in hun tweede visserij voor, terwijl je bij alle visserijen aan het ‘jerken’ bent, wat namelijk niets anders betekent dan ‘met horten en stoten’ voortbewegen. En dat doe je in alle gevallen door met de hengeltop een extra beweging aan het kunstaas te geven, naast de beweging die het aasje al krijgt door het binnendraaien of juist stoppen met draaien. Aangezien één tekening meer zegt dan duizend woorden, hebben Sjoerd Schrassen, Cor Juffermans en Jan Strommer een 6-tal tekeningen gemaakt om de beweging van de diverse kunstaasjes te laten zien. Hoe je met de hengeltop moet ‘jerken’, kan je het beste proefondervindelijk ervaren. Per tekening is een korte verklaring over de waterlaag waarin wordt gevist en de types jerkbaits die te gebruiken zijn.
Tekening 1.
‘Walking the dog’is een oppervlaktetechniek (topwater) waarbij de stickbait (slanke plug zonder schoep) een links/rechts uitslaande en voortgaande beweging maakt, waarbij hij als een paniekerig aasvisje steeds het water uitschiet en bij stoppen met indraaien met zijn kontje door de waterspiegel zakt. De ratelende kogeltjes hebben een onweerstaanbare aantrekkingskracht op zeebaars (via de zijdestreep). De ‘Sammy’ van Lucky Craft is een ware killer voor de zeebaars.
Tekening 2.
‘Splashing’ betekent ‘opspattend’ water en we hebben het wederom over een oppervlaktetechniek (topwater). In dit geval over een popper, een jerkbait met een platte voorkant die water opspat als je hem met rukjes voorbeweegt. De lijn waarin dit vluchtende imitatievisje wordt binnengevist is vrijwel recht vooruit. Met ratelende kogeltjes zijn er drie elementen die de zeebaars opmerkt: golfjes, opspattend water en een geluid. De ‘Gunfish’ van Lucky Craft is favoriet aan bijvoorbeeld de speciale Lucky Craft zeebaarshengel.
Tekening 3.
‘Sliding’ betekent ‘glijden’ en zo is de links/rechts uitslaande soepel glijdende voortgaande beweging dan ook van deze slanke jerkbait. De ‘Flash Minnow’ van Lucky Craft heeft een kleine schoep en zwemt net onder de oppervlakte tot maximaal 60 cm diep. De B’Freeze van hetzelfde merk gaat van 1,5 - 2,5 meter diep, afhankelijk van de schoepstand van de diverse types. Het bjzondere aan ‘sliding’ is dat dit soort kunstaasjes op hun zijkant vallen als je de jerkbeweging maakt en dat dan de ratelende kogeltjes hun werk doen.
Tekening 4.
‘Twitching’ staat voor ‘zenuwachtig rukken en trekken’ en wat heftiger op de zijkant vallen en uitslaan van een slanke jerkbait met schoep, waardoor de kogeltjes hoorbaar ratelen. Dit is te bewerkstelligen door onregelmatige tikken van de hengeltop, bijvoorbeeld een korte en lange beweging snel achter elkaar te maken. Meestal wordt deze methode aangewend op ‘half water’, zo tussen de 1-2 meter. De “Pointer’, ‘Live Pointer’ en ‘Bevy Shad’ van Lucky Craft lenen zich goed voor deze techniek.
Tekening 5.
‘Bottem bouncing’ is stuiterend boven en tegen de bodem vissen. De ‘Staysee’ van Lucky Craft is een jerkbait met lange diepduikende schoep die wel 3 meter diep gaat. Je kan hem op zandbanken goed over de bodem laten stuiteren door jerkbewegingen te maken. Stop je, dan komt de plug in horizontale stand te staan. Hét moment voor een aanbeet. Maar meestal hebben dit soort ‘cranckbaits’ wat korte, dikke, gedrongen lichamen en een lange schoep (Moonsault CB/Fat CB en Flat CB van Lucky Craft). Sommige vis je onder een hoek van 45 graden duikend, andere bijna verticaal. En ook nu weer zorgen ratelende kogeltjes voor geluid, vibratie en extra aantrekkingskracht.
Tekening 6.
‘Stop and go’, de ‘Wander’ jerkbait van Lucky Craft heeft een fantastische actie. Hij is iets zwaarder dan water en zinkt uiterst langzaam. Hij heeft geen schoep, maar zijn platte onderkant van zijn bek trekt hem opwaarts tot onder de oppervlakte als je hem binnenvist (‘go’). Maar ‘stop’ je, dan waggelt deze jerkbait horizontaal, wisselend over zijn flanken langzaam naar beneden. Het moment voor de aanbeet. Overigens is de ‘stop en go’ methode voor alle jerkbaits van kracht. Vooral bij de Sammy is even stoppen ‘dodelijk’ succesvol. De 'Wander' is ook twichend binnen te vissen, waardoor variatie toeneemt en de vangsten ook.
http://www.qbaits.nl/ /www.luckycraft.com