aaazandhaai1


In Holland en wel in de Oosterschelde worden prachtige haaien gevangen. Helaas werden ze met een net gevangen en niet met de hengel maar deze oersterke vissen zwemmen dus wel degelijk in onze eigen Oosterschelde. De techniek bestaat uit het aanbrengen van een fuik die bestaat uit een V-vormige constructie van in de bodem van een ondiep water geplaatste eikenhouten takken, die 4 à 5 meter lang zijn en weerhout genoemd worden. De twee armen worden de vleuken genoemd, en de gehele fuik eenweer. De vleuken kunnen wel een kilometer lang zijn. De punt van de V ligt in het diepste punt van het water en wordt het fuikgat genoemd. Ondanks het feit dat de takken bij het begin van de fuik wel 10 cm uit elkaar staan zwemt de ansjovis niet tussen de takken door, daar de trillingen van deze takken de vis afschrikken.
De weervisserij wordt beoefend in wateren die bij eb gedeeltelijk droogvallen. Bij hoogwater zoekt de ansjovis het warmere (ondiepere) water op, om bij afgaand tij weer naar het diepere water terug te keren, dus de fuik in. Hier staan de weerhouten zeer dicht bij elkaar en de vis kan zich, ook als ze in paniek is, niet meer bevrijden uit de fuik. De ansjovis zoekt het warmere water op in de paaitijd. Hier worden de eieren afgezet. De Oosterschelde is een ideaal paaigebied, aangezien daar geen zoetwater binnenkomt en het water doorgaans warmer is dan in de aangrenzende Noordzee. Daarom is Bergen op Zoom een plaats die een lange traditie van deze tak van visserij heeft gekend. Een kenmerk van de weervisserij was dat vrijwel het gehele gezin eraan kon deelnemen. Bepaalde families waren in de vangst gespecialiseerd. In Bergen op Zoom waren het allen protestantse families (Touw, Schot, Baaijen, La Fontijn, De Haas, Wakkee, Van Dort en Maas) die deze tak van bedrijvigheid beoefenden en van generatie op generatie doorgaven.

aaazandhaai2Scan


De weer wordt opgebouwd (gestoken) vanaf februari en in september weer afgebroken. Het eigenlijke vangstseizoen loopt van eind april tot eind juli. De opbrengst van de -zeer arbeidintensieve- weervisserij is zeer wisselvallig. Dit heeft te maken met de temperatuurverdeling in het water en met het gedrag van de ansjovis. De onvis, alle vis die geen ansjovis is, is dan een welkome bijverdienste. Hiertoe behoort haring, geep, makreel en pijlstaartrog. Vangstcijfers in de periode 1878 - 1940 bedroegen gemiddeld 50 ton ansjovis, maar in  1931 bedroeg de vangst 400 ton en in 1903 slechts 500 kg

doornhaai_rechts_front

 


Heden

De weervisserij is wereldwijd sterk achteruitgegaan. Overbevissing van ansjovis door fabrieksschepen in vele wateren ter wereld is daar één van de oorzaken van. Ook de import vanuit Middellandse Zeelanden, die al begon in 1906, vormde een geduchte concurrent. Ook de uitvoering van het Deltaplan zorgde voor problemen. Er waren toen nog 18 weren en in 2010 rest nog één bedrijf met twee weren, van de familie Van Dort. Het gaat hier om de laatste weervissers ter wereld. Doordat de vangsten tegenvallen en niet meer opwegen tegen de kosten van het onderhoud van de weren, dreigt echter ook dit bedrijf ermee te moeten stoppen.

Voorwerpen die op het weervissen betrekking hebben zijn te vinden in het Markiezenhof te Bergen op Zoom.

U bent normaliter betere foto's van ons gewend maar de bovenstaande fotyo's zijn "stills"uit het youtubefilmpje over de vangst van de haaien.

Hier kunt u het filmpje bekijken. :  Dim lights Embed Embed this video on your site