Ý%³l9œ ֍®\Ÿnx6>ÞŽøkFNÇlƒQãòêkÜRÜ2>»¯ö|·Àq¸åIaÅÙûÖóÚ[ʤøвMM’•’T>[4žã€âòx»LÏÅ5ž\ù0䣰·U·¹¤W ²”jôeðë©Ñ¿­´Ñu4¥7þBé8G BÀñÜeA¡ƒ·ðþ†žé^B/e¼Ù p®_þOuœÔÕºkäUì¿›1¹‡âVüG9<<|3ÅatñJ–°«£,,U•‚Ôz‚5ª‡‚Úö[©eòð9)Áø÷îË?òéª.kü™6äsa±ö‰oAw”»ŽÆ hÃydþŒhiïÕnàêVE÷ó9 Ç™Oð*XyÒPn‘Q^¤’=šËî6ÃéF‡oÛÊ–;¸Æþ|}½½Å åŒ+¸¢—¢ÕTŠ¥ë[XfÕU'ÌðŒµÍÓ-¼(öEk½˜,€û6CôêmyÁÊõaÉxÕÞ?&ÑH KJ£¡­+Üü'V¦Û× ê˜'™ÄI–µl}ø/iŽÃùoµŒhÿ-C|JŒÔútƺ¹” ÖŒ1‹Î¥úncµä,ÐèY7)¯ÞQõëO^ÉYÛ®2‹¬í^¤£ ³›0þ Ïþî»þáõø²uü—¹¥ÁqïÝ–åÓU¯=þL±È8´<¥,±’Iäp$7 U£ŒÆé)QâÍ•_§Bßd–Kj¬Ú2Ÿñh¬ì`‚!Ä‘…>b@­OŽ²6w)> Zœrd_úïklô³µi‘;1ò×ýÚôßÀ7ó#?ÔnlLÍ‹»Yˆ¶åüÚîvø W±Öü¬G«\O“mÆdü»K梢ÉVG4û¥ÇçÑ?©Ûä ÎÑÓ+&6á–6öóå-¢– ŒÖÑÕ–X×ædîUÕ~ïf6½©,1;Ò^A¼E¾éR$+²äV'­ª*»D]Ô)ô¦à"°ó$‚FÜÇBéܪž›‡òIÓšwÇÃßÛâQ“͈þÏuÿ×]ÿpúzøLG_É{—xLª¼IÚhIönš¬ÅgÐ5¥Ù¥æ[¹Ê\A ²[²¨Üòž»ìòŽ°·î{-èlöúU@>O•µÆÙ›‰¤ýdä¨v?aß©úM4Iàj¬_^榻Õ©òM(+ùôEªµ´ˆËùq«Ì@,~•öWUŒà"ØQ“$ñÜ•,R”e+ЏMë”Wìðþ–zŸ ÓCdzs¿Þ]¥Ì„–¾T&ŸQ: µº¹·Zc›Á­ I@ %œãz¡Ld’IJJžãWúú²¸w^<™Ã ,òP P½ÅGxÉê¿ñPèü×Ø]ÄçÄ õ ÒKn-ÈE ‰ln—€-µµmV§¬WÖ볌u#Ç-' ãptÚö{‡´, Ó¦ƒÝÞ5 ýº¯Ñ–îÕ¿2TR»æaÝ‹uûÖ_Bª5z¥‰ßRnä»Ëy-AodȐ-iý§WcôÐjÚžCº~ 7Ÿwm(ˆ;ÕÊ•?/»¾›UVBÖ½ªËc1#.×úz×Bú«Ý(+Ý\Å*ÔÔºöaßVT€Obd6+tù ·‘ÅÔ—,*ŒAÜ\m¥zêÍ.–RÖm£º¸Œ×÷x4¹2*Ý‹?Þù^6÷:ŸÉ¥;tÝHîV*¼òOWŽ!øfI ü¯Ff?@ÑñÉS›Ecuéß7’HU¤\ÿ¬*Umät;¾º.›dë!Céu–c%ÒØI"›H:À-{ô¥5£ÝkORü®Ë-ö^ ¯-.7ÝÙºeŽ¡‘…éCõWXý2™†…3ÁÊù‹ÿݤféUxÀÿhкº\ÕÊ€ ?Š˜sÀ,t5WO½×©éó7®é`ÊÎQŠ·17Î>ê³Ú4ÇH´Á#Çn9’«à Õr4úGÁo³ÙÈóÛ<ÖÖåÚÆýmÓ °ƒ½ÏÑ í´(\°•RåðŽÁ¶_Ø]-m^5º%Íñ’ 9™ºÒž'儝i ¬­i`½½ÆBí…¦ùäräčÒ8ä?Ù×Àtë¡Ã‚Ë1âiÒÒ¤ æ>Œg¯1Åq×1~Ô³&|ybU% :ÂƝ7‚V¾ M,µæb‰Bf"$e­²Vÿª½±˜‘Jô1J¤R4?­ÕÀE|HÈøÄ ¾´ˆ©Zþ2Ôuþ’¨íJõÓö5‚½™&ô»ÒìǨ\š+;;܆Éåv“(:í³JÝ•{øöÑÓq[œÉ„âØ~;„ƒˆµ[;xü«x‡ÜFêìÌz³¿vc×Bõ*Ü‹N_˜<Àµ€´©,¶ðô(²ZÔÑÛwÕ »àšQò3pÜ~ߎ‚ÕcYjÓ²ôo0Ž½¼m(E3}R ¦|½¶ÿÂdcŠ1à ¤›Ž®™-pl¬˜{LuÔO Y,ã†h—uZ)á (f=½;kZZÒô0~ލÍú±‘Æù{q¾E Þé9mͺ%RX‹ToºÁvŸë&õÄšºì<ìóxå—Ÿgt²¡ù0ï^êt dn–k)ƒ™N8¾c ™•”s䈎IH.Jx,¯Q&ß ÕÕzŸ +unQê?F}7.³>)&˜Š;Ë,̝>%óŸ«WIêa-—ã¸Õµ´ŠÚÂÆØH! I^çjÐWÚ{êĹdC~ë›úoríÆɶ×r‹«Àz:µj‘ÓÀø¶º©ßØ‹`÷éÿL´ë—z!¶—u½È¡màtUïÓôµ{iŸrVØ¦ÊŠΗ¯q ¡ÛËdJ‚)ÝvT”÷WªY#¨³[¿¦<½£i®¤lGtò)P´“ÛO³D«ÉFr–"øy–R£ð°…ø©JÆ<®·5üW±æ÷¯ú?vœœåCZÌ"pi²@J–ØÙ[ÚH­ 5™º3GVÉHŸ¼‚é2´sn¡_kïJë_n€¨­ÈU±×†mKêÇ:¶‘£Žæ) NÒÌŠûÂV¿Vƒ}+ÁŒkî'”xºõã–ɾÝÞ «µ®àMô’´d„·Auh5v ~~{ÉFRáï hA"4ÝÿL5JÑ'-I/mŸë+«Ë™•:y‰ðn B¨ñ45ö ¶´à¬àiñ{Î6²µøȺy¡ (_h7“í¦¦ÎÇU¦Yåy1O†çv‡º—–Oäq«Õ8&Q‘ênk0¾˜òÆ»ŽÒÊѱW°´ÙË<¶ï¢nÛñ;5¦·´Ç-#“1œšÆ ]œrJžl6ñ(+: P 0 ^¾êko]ꪲ¸0vè»»Ãå—qüÆÍK›‹‹YËóŠƒìùõM궯*}Î×®ô|8ö-KÉ0æ#*d- …¨^%‘^Nžu?f³£Ìo¡¾)\ò=*™.ïT@´4e’BOó*~ ÖXJÖþY)¿1ãÖÐo$Ž“>í¢1½Du¦¢›‰'¯]CÖ´d6ž¢âm²VÅ™­éñՐ=H¹k¨úƒ¥‡Æ½nô×wo5Ý…ÞÈÛ|±ÒZÐ<×Û©ThèÈQ—ÿW<}’˜‹;ÅuC8Š4Ï…L=Ú‡[~€ÐÿR6YI^ Ƕ˜J¤FÐ\‹xÞSò™Ã?JšëW*©&&F÷OÆó9 övÃ#‘{9cÆbldHíàžDdVŽØn([¡#ߥuÚÖºýZH~Õ¥u¼¦ÏÿÙ" /> DE WINTERVISSERIJ STAAT VOOR DE DEUR

 

     DE WINTERVISSERIJ STAAT VOOR DE DEUR

  

De periode van zwembroeken monokini’s is weer achter de bruingebrande rug en we maken ons weer op voor de koudere periode. Ieder jaargetijde heeft zijn specifieke visserijen en ik zou werkelijk waar niet willen en waarschijnlijk ook niet kunnen kiezen. De Geep, makreel, paling en zeebaars in de warmere periode en de schar, wijting en de gul in de koudere maanden. Maak je borst maar nat op strand en boot.

 

ONZE BOTEN ZIJN “TOP”

We mogen ons gelukkig prijzen met een botenarsenaal zoals in Nederland. De meeste boten liggen er tip top bij omdat het voornamelijk eigenaar/schippers zijn. De grotere rederijen zoals

Trip, Groen en Vrolijk in  Scheveningen hebben dan wel zetschippers maar de boten worden allemaal na afloop schoon gemaakt. Ze zitten allemaal goed in de lak en de boten worden jaarlijks gekeurd door de scheepvaartinspectie.

 

 

 

 

 

 

 

Dat heb ik in het buitenland wel anders meegemaakt.

In Nederland zijn er erg veel oude kotters die voor de zeesportvisserij worden gebruikt en dat zijn over het algemeen stabiele boten. Boten met een meestal verwarmde kantine waar een lekker “natje en droogje” wordt geserveerd. Als we kijken naar wat we moeten betalen dan moeten we in Nederland heel snel onze mond dicht houden. De prijzen voor vier uurtjes vissen op baars vanaf een gammele boot in Bretagne werd al snel een afknapper omdat ik er 45 Euro voor moest betalen. Het enige wat de schipper deed was met een sukkelgangetje een eind varen en dan mocht je een hengel met een kunstaasje eraan in het water hangen. Dat was me te gek. Voor die 45 Euro heb ik nu lekker op afstand gekeken en een paar Fransen en een Duitser laten vissen. Na afloop toch even wezen kijken want je weet het niet. Om precies te zijn twee baarsjes die ik op de pier aan een dobbertje ook vang waren de buit. De enige die goed gevangen had was de schipper.

Een gemiddeld dagje zeevissen op een boot in Nederland, die u meeneemt en u weer keurig terugbrengt kost ongeveer tussen de 25 en 35 Euro afhankelijk wat er gedaan gaat worden. Bij extra lange wrakkentochten kan de prijs wat hoger liggen maar dan ben je ook bijna de hele dag aan boord.

 

 

Reken dat nu eens om per uur. Een gemiddelde visdag loopt van 8 uur tot halfvijf. U bent dan gemiddeld 8 tot 9 uur aan boord. Dat is gemiddeld 3 tot 4 Euro per uur. Als ik met u in de kroeg ga hangen kost het me veel meer en heb ik waarschijnlijk niet die spannende dag met alles er op en eraan meegemaakt dan op zee.

Het aas hoor ik u denken, dat is wel schreeuwend duur geworden in een zeer korte tijd.  

Inderdaad is dit zo, maar we waren ook met het aas in vergelijking met de onze omringende landen een stuk goedkoper. In Denemarken werd 5 jaar geleden ook al 37 cent per stuk betaald. Via mijn vriend Steve Souter van het schotse zeevisteam hoorde ik dat onze hollandse zeepieren uit de Waddenzee in hun land en in Engeland voor heel veel geld worden verkocht. De Engelsen kopen de pieren op voor het bedrag waar ze in Nederland door de middenstand voor worden verkocht. Het is maar even dat u het weet. We hebben het hier helemaal zo slecht nog niet.

 

 

ANKERVISSERIJ

De bootvisserij is te verdelen in het driften en de ankervisserij.

De ankervisserij spreekt voor zich. De belangrijkste vissoorten die gevangen worden bij dit type van visserij zijn de schar en de wijting met als bijvangst een gulletje. Vroeger toen het nog bulkte van de bot in de waddenzee werd daar voor anker voornamelijk bot gevangen. Door de professionele vangst van deze oh zo verguisde platvis is er nu met heel veel moeite een maaltje bij elkaar te vangen. Door de toenemende visschaarste is de vraag naar scholfilet alleen maar toegenomen. Een leek in het land proeft echt geen verschil tussen een lekker gepaneerd botfiletje of een scholfiletje. Het brengt goed geld op dus een aantal beroepsvissers zijn nu op de ongequoteerde platvis aan het vissen. Jammer voor de sportvisboten want die hebben hier heel erge last van. Gelukkig zijn er nog een heleboel mensen die het vissen op de waddenzee als een heel leuk uitje zien, de vangst alleen, is niet altijd het  belangrijkste.

Ikzelf gebruik bij de ankervisserij een niet al te lange hengel. Meestal tussen de 3.00 en de 3.40 meter.

 

 Ik weet dat een groot aantal mensen het anders doen, maar ik wil, zeker als we op platvis en wijting liggen te vissen, het lood wegzetten en dat gaat gewoon beter met een iets langere hengel. De hengel moet een werpgewicht hebben op de waddenzee tussen de 80 en de 180 gram en op de diepere gaten waar de stroom wat meer is ,daar kan u een zwaardere hengel gebruiken met een werpgewicht tot 250 gram. Het type hengel wat je moet gebruiken is meer persoonlijke kwestie. Ik houd van een harde strakke hengel maar een ander vindt een wat zachtere hengel weer prettiger. Houd er wel rekening mee dat er met zwaardere werpgewichten over het algemeen wordt gewerkt dan bij de kant en kustvisserij. Ik heb echt wel eens met 650 gram gevist bij een helse stroom om het zaakje toch nog op de grond te houden. Ik gebruik altijd een voorslag van tenminste 50/00 en maximaal 70/00

De simpelste knoop die hiervoor gebruik zal ik in stapjes voor u opschrijven.

1:Eerst buigt u een stukje voorslag tussen uw vingers dubbel zodat er een V – vorm ontstaat

2: Pak deze V-vorm dichtbij het eind tussen duim en wijsvinger

3: Steek de hoofdlijn nu 10 cm in het ontstane gat  van de V -vorm 

4.Houd bij 10cm de hoofdlijn ook onder duim en vinger bij de V -vorm

5: wikkel nu 7 slagen van de hoofdlijn om de dikke voorslag V –vorm, van achter naar voren en stop het uiteinde van de gewikkelde draad door het gaatje in de V-vorm.

6.Voorzichtig de hoofdlijn aantrekken en volgen met duimnagel. Afknippen naar wens.

De voorslag moet u altijd minimaal  2 keer de hengellengte nemen.

Afhankelijk van de te bevissen vissoort moet u de onderlijn lengte hieraan aanpassen.

 

ONDERLIJNEN

 Ik gebruik voor platvis andere onderlijnen dan voor wijting en voor gul.

De platvis zit zoals u weet op de grond en daar zult u deze dan ook moeten zoeken. De onderlijn moet u hieraan aanpassen en de afstand tussen de haaklijntjes kleiner houden zodat de haken zeker tegen de grond aangedrukt worden door de stroom. Een standaard voor deze onderlijnen is er niet want het is vaak een persoonlijke keuze. Persoonlijk neem ik altijd een 1.40 onderlijnlengte voor platvis en een 1.80 tot soms wel 2 meter voor wijting.

Bij het wijtingvissen kan u gerust de onderlinge afstand groter maken omdat de vissen ook boven de bodem zwemmen. Als het heel hard stroomt dan neemt u wat kortere onderlijnen en stroomt het wat minder hard dan kunt u wat langere lijnen gebruiken.

Ik gebruik altijd mijn eigen afhouders. Een tiental jaren terug ben ik begonnen met het maken van metalen – plastic afhouders. Het voordeel van de stugheid van staal gecombineerd met de veerkracht van plastic. Het metalen afhoudertje werkt perfect op wijting maar is wat minder voor schar. De metalen afhouder zingt een beetje onder water door het stromende water. De ene vis is daar meer van gecharmeerd dan de ander.  De plastic afhouder is goed maar als het stroomt dan werkt het wat minder.

Allebei de afhouders vangen vis maar in combinatie staal/plastic is het nog beter.

 

Als haak kunt u bijna altijd wel terecht met een Aberdeen. Zelf heb ik liever de Kamasan of de Gamakatsu in de maat no.2, 4 of 6 want die hebben een iets dikkere draad dan bij Mustad, maar dat is ook weer een persoonlijke keuze. Worden er grote wijtingen gevangen ga dan snel met haak nummer 1 of  2  aan de gang want anders slaat u veel mis. Schar vreet zich zelf vast maar wijtingen zijn plukkers die voordat u er erg in heeft uw haak leegplukken. Als het hard stroomt zul je veel eerder zelfgehaakte wijting zien dan bij wat minder stroom. Als het tij wat minder hevig is sla ik ook altijd even op de aanbeet, terwijl ik dat bij sterke stroom niet direct doe.

 

DRIFTEND VISSEN.

Eigenlijk kan ik hier erg kort over zijn. Driftend vissen doen we alleen op makreel en gul. Sommige specialisten ook op zeebaars bij de strekdammen maar dat laten we even rusten.

De makreelvisserij is waarschijnlijk wel bij iedereen bekend. Met een verenonderlijntje en een loodgewicht wordt de makreel opgezocht. Is er een school makreel gelokaliseerd dan is het een kwestie van de veertjes op de  juiste diepte krijgen en de makreel doet de rest. Eigenlijk kan er niets fout gedaan worden. Het wrakvissen is een ander verhaal. Het hoofddoel bij het wrakvissen is natuurlijk gul. Sommige schippers willen graag voor anker bij het wrak terwijl de grotere schepen liever driften. Heel logisch ook want als een groot schip gaat ankeren bij een wrak zullen de meeste mensen niets vangen omdat de vis altijd maar op een klein gedeelte van het wrak zit. Een klein bootje zal dat wel doen omdat ze dan met een klein ploegje mensen die vis sneller kunnen bereiken. Ik gebruik driftend vissen op gul, met flink stromend water altijd een vertikaal geviste onderlijn met twee of drie haken. Als we voor anker liggen dan wil ik ook wel eens de hoekafhouder gebruiken. Een metalen buisje met daaraan een speldwartel voor het lood. Door het metalen buisje heen komt de hoofdlijn. Aan de hoofdlijn komt een wartel met een onderlijn met twee of drie haken. Door de stroomdruk worden de haken perfect tegen de grond gedrukt. Prima voor gul en platvis. Voor platvis neem je de aaslijn 35/00 en voor gul 45/00 of 50/00  Als hoofdlijn minimaal 50/00 lijn. Met natuurlijk aas gebruik ik nooit gevlochten lijn maar bij het pilkervissen juist weer wel. Ik wil dat ik vis vang en dan neem ik geen risico. Een gevangen vis schudt vaak met zijn kop en doordat er geen rek in een gevlochten lijn zit kost dit veel vis. Met pilkervissen gebruik ik een pilkertje met een dreg. Je moet dan bij elke aanbeet direct slaan en dan wil ik juist alles voelen en daarom weer wel die gevlochten lijn. Door de dreg is het probleem losschieten ook kleiner.

 

STRANDVISSEN /PIERVISSEN

Hier zullen de meeste mensen naar toe gaan als ze in zee vissen. Het is makkelijk bereikbaar en als het even meezit kun je er perfect uit de voeten. De visserij is er ook vaak goed dus de keuze is dan al snel gemaakt. Hier worden de langere hengels gebruikt. U moet dan denken aan een lengte van 3.60 tot 5.00 meter. Persoonlijk vind ik strandvissen erg leuk maar er zitten nadelen aan vast.

Heel goed rekening houden met het tij, je spullen komen onder het zand, Je hebt vaak een waadpak nodig, Je kunt niet teveel meenemen. Je vistijd is er beperk door het tij, Het is er gevaarlijker dan vanaf de pier.

Een keertje van het strand op zeebaars of in de nacht op gul is waanzinnig leuk maar het heeft nogmaals zijn beperkingen. Als ik in Zeeland op vakantie ben en ik ga met Raffie ( een vis gek uit Vlissingen) vissen op tong vanaf het strand dan ben ik absoluut in mijn element. Dan

Krijg je echt zo een “ ik ben er echt uit gevoel” De onderlijnen bij het strandvissen hoeven n iet veel te verschillen van de onderlijnen op de boot. Als het overdag vissen wordt dan zijn er weer minder problemen dan wanneer het ’s nachts gebeurt. Maak dan een lijstje  met de benodigde spullen. Een nachtelijk avontuur wordt heel vervelend als er cruciale spullen vergeten zijn. Over aas kan ik kort zijn. Zagers en pieren zijn allebei goed en vangen ook allebei vis.

Ik neem hoe dan ook altijd een klein koelboxje mee om het aas in topconditie te houden.

Als je dan thuis komt en er hangt en giga druppel aan je neus en je vrouw kijkt in de emmer met gevangen vis dan weet je één ding zeker. “ Je hebt het niet voor niets gedaan.”