‘Fq$s´|(ÿâ@'@Ü…Ý^iôŠûkôŠrA uÊ±þÑÝý.Ð/2b¼0$hh ‹Ô‚¼æ‹ ïÆ˜Ý LôPPf±´aY=@Ç8Â3EÁ@’ÖÍcìYöQU×#€à:Iå@¢oÄþ Q†óñ¥ÏŒJ“k2üÊy4~“Á» i!÷È ^„EÚAbF›ÓeÅŒ dBIWBEÀÉÓ²…Þ" ]ï Üw¦½RƒÐŽ« !䣺†2''Ìÿ¼=ÑÔ)]Ì BõïPòù£XëŠe ™*!Ê·ú j:G㦰aEgË”Ÿ4hÅØ»'”¨Á ñ’Ý”ªpð =•—üñdÕ5éœêË ¾Æ`i…Øt˜žê‰¬~›";ÿ+ Ùˆ…´cî’gNPI4p–Wv‹ªäPJ’ülkÌÁ“ÉÌU±œ¤Þ[‹HV2Q¸JÁŽ1X‘…§F¤ ?*“wÅÑߧ¾¼Ò.J"‰xoúÒM2]s´F5Öw¦fFU x-n²ÍjÏ›5Áü-ŒqMÛ ÒYÛ®€S ñ –Œ¸ƒ]a0ÃH6¶±w+ÿVE±¸ã€k¾M/¨d Â’A˜-ý© h§¦h“únøû©œŸ?/]qýÛ£DgrªªSÂ5ãó¬~nuËéîÁ[ÀÆ'åY”ƒˆtɈpW ÛÕ¥ xêTÝ‹hªçHùAôþ•€o5Ƭ²>Úñ$m:tÐô©>V%òÐ9¹¬3£4 Þ—ÑZ|:íÊžÓ 3ì:L—â¸vÏ°úœãPê~WRaÊ}œ(^±ù¨•n™á@崁p ¶jqBo@S|2ݧr;M‚âžp:ëÂÒÆ$r¬xÔË…†×bwšô ZxÖWPÇ„«‘ÌÜÑØ @¢=•½fïÒGu ^ ÙcÜ*â«®“Ǻƒ 0F·ÌEXêdë&Où»wæ~QÓM[ŒIm Vissen op het Noordzeekanaal

 

Vissen in het  Noordzee-kanaal.

 

Het Noordzee-kanaal, de verbindingsweg tussen Amsterdam en de Noordzee, werd rond 1865 gegraven door duizenden arbeiders die, 6 dagen per week, 12 uur per dag (!) liepen te zeulen met zware kruiwagens vol zand. Na 11 jaar graven en ploeteren werd het toen nog 8 meter diepe- en 27 meter brede kanaal geopend. Het is sindsdien vele malen uitgediept (nu15 meter) en verbreed (nu 170 meter) en het heeft vanwege de jarenlange drukke scheepvaart een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van Amsterdam als wereldstad.

Maar niet alleen de mens heeft dankbaar gebruik gemaakt van deze verbinding tussen zoet- en zout , ook de vissen hebben de weg gevonden en zich gevestigd in dit eigenaardige water.

 

 

Als je jarenlang achter de hengels zit op- en langs dit mysterieuze kanaal, dan leer je vissen kennen, waarvan je niet had gedacht dat ze er zwommen....

 

Snoekbaarzen ..!

Om dit grootse water samen wat te gaan verkennen, kunnen we het best in m'n boot stappen en die schuiven we er gemakkelijk in bij de trailerhelling aan de T.T.Vasumweg in A'dam Noord, zodat we in westelijke richting varend de verschillende stekken en vissoorten vanzelf tegenkomen.  Het gebied tussen trailerhelling en de Coentunnel wordt veelvuldig uitgekamd door snoekbaars-vissers en de vangsten zijn vaak ruim in aantal, maar wel klein van formaat. Dat geldt trouwens voor het hele kanaal. Ik heb nogal wat oude vissers gesproken die hier aan de waterkant hun leven hebben gesleten, maar ... de vangst van een gróóte snoekbaars hebben zij zelden meegemaakt. Maar goed, ... véél vis vangen is meestal geen probleem ! Op de dieptemeter zien we dat het talud een lichte knik maakt op een meter of 7. Gelukkig is dat ongeveer 15 meter uit de kant, want vanwege de scheepvaart in het kanaal mag je hier beslist niet verder uit de kant driften, anders komt Bromsnor je een bekeuring geven. Maar als je de boot parallel aan de kant laat driften en met de elektromotor zigzaggend het talud afvist tussen de 5 en 8 meter, dan kom je snoekbaarzen en hele knappe baarzen tegen, die een zilverblauw, spiering-achtig, verticaal gevist 12-grams Fin-S shadje of twistertje met een keiharde dreun grijpen... en daar houden wij wel van!

 

En vergis je niet, hier zwemmen ook knappe snoeken rond, dus een staaldraadje is geen overbodige luxe.

 

Roofbleien ..?

We driften langzaam verder in westelijke richting en komen langs een koelwater-uitstroom die recht boven de Coentunnel zit. Waanzinnig, als je je realiseert dat je hier in je boot op het water dobbert, en dat er onder je -op de bodem- snoekbaarzen achter  je twister aan zwemmen, en dat dááronder weer duizenden mensen in auto's als een ronkende Coentunnel-file onder je door schuiven...

Je staat dus te drillen bóven de file !

Deze stek is trouwens ook vanaf de kant goed te bevissen. Even ten zuiden van het 'Bannegat' wordt warm water gespuid in het NZKanaal en dat is soms een geweldige stek waar brasems en snoekbaarzen kunnen rondhangen  (en waar wij een keer een grote school vis aan het oppervlak hebben zien jagen en dat zouden wel eens roofbleien geweest kunnen zijn !)

Tussen de Coentunnel en zijkanaal G (waar de Zaan in het NZKanaal komt) kiezen we de kant van de vaargeul waar we het snelst driften. In principe staat er een lichte stroming van oost naar west, die aan de noordzijde meestal het sterkst is. We krijgen leuk wat dreunen op onze verticaalstokjes en na een tiental vette baarzen en snoekbaarsjes de man komen we bij Zijkanaal G, waar de Dirk Metselaarhaven, de Isaac Baerthaven en de Voorzaan bij elkaar komen en dat is een gebied waar je het hele jaar door vis kunt vangen.

In het begin van het seizoen stikt het hier meestal (op een meter of 5) van de hapgrage baarzen en ondermaatse snoekbaarsjes en dan kun je je hart ophalen, qua vangen en drillen. Later in het najaar verzamelen de snoekbaarzen zich hier in de diepere kuilen en de beschutte zijhavens, en in het water rondom de Den Uyl-brug vind je allerlei taludjes, kuiltjes, bultjes, steigers, pijlers en dukdalven, waardoor het een uitdagend stuk water is.

 

Botten, harders en krabben  ...

Maar ook vanaf de kant kun je aan de Havenstraat en de Hemkade heel comfortabel zitten vissen, bijvoorbeeld met de winkle picker- of feederhengel en daar kun je vaak aan de lopende band dikke blankvoorns en brasems scoren. Enne ... je moet niet raar opkijken als er ineens een grote sterke ... bot aan je witvis-tuigje hangt, want in dit stuk water zijn al aardig wat botten gevangen, zelfs aan verticaal kunstaas. En er is meer.  Toen wij hier een keer met dood aas en schuifpennen gingen vissen, kregen we voortdurend prachtige weglopers van snoekbaarzen , dachten we,... maar het was iets anders dat ons te grazen nam... Om dat te bewijzen knoopte ik een stuk nylon tot een warrig kluwen bij elkaar en bond dat naast de aasvis op de haak. Ik liet het zaakje zakken en binnen de minuut begon mijn pen weer te waggelen en .... ik sloeg niet aan, maar draaide voorzichtig binnen... en daar kwam een enorme wolhandkrab boven water, die met z'n poten in de knoop was geraakt. Maar wat denk je ?.... we vingen zelfs wolhand-krabben op kunstaas !

En hoewel die dingen met een leuke dreun op je shadje klappen en je spinhengeltje nog behoorlijk krom kunnen trekken, zijn wij als vissers niet echt laaiend enthousiast als er zo'n lelijk, dreigend, knipscharend 8-potige monster bovenwater komt. Maar het hoort nou eenmaal bij dit grote water, waar allerlei verschillende eigenaardige diersoorten rondzwerven.

In de bocht van de Havenstraat naar het NZKanaal toe, waar het aan de kant vrij ondiep is en waar onderwater basaltblokken liggen met frisgroene waterplanten erop ..... daar zie ik dus elk jaar weer tientallen héle grote harders rondzwemmen ! Alleen moet ik je eerlijk zeggen dat het ontzettend schuwe vissen zijn, en je bent een knappe jongen als het je lukt om er een aan de hengel te vangen. Maar er zwemmen daar 's zomers in ieder geval héle grote harders, dat staat vast !

 

Zalm en zeeforel ...?

We varen verder en passeren de Hempont en gaan dan links in de Westhavens eventjes verticalen bij een paar kademuren, want daar zit je lekker in de dekking en je kunt er secuur het talud afvissen.  Kleine, baars-achtig gestreepte, rood-staartige shadjes werken hier als een magneet op de grote baarzen, maar je moet de scholen vis wel actief gaan opzoeken en vaak verkassen. In principe moet je binnen 10 minuten wel een aanbeet hebben gehad, anders zitten ze daar gewoon niet en moet je verder zoeken. Maar... vissen op het NoordzeeKanaal kan ook erg ruig zijn. Er komen hele forse duwboten langs die een pittige hekgolf kunnen veroorzaken, dus je moet wel rekening houden met een stevige klots en een hobbelig stekkie. Daarom vissen wij ook vaak in de beschutte zijtakken van het kanaal en in het weekend is de scheepvaart ook een stuk minder dan doordeweeks.

Nog verder naar het westen liggen de kale, grote Amerikahaven en de pas-gegraven Afrikahaven, waar af en toe vreemde vangsten worden gedaan. Er zijn al diverse meldingen geweest van biggen van karpers en zeeforellen die in fuiken van beroepsvissers waren gezwommen en onlangs werd daar zelfs een echte zalm van ruim 60 cm aan de hengel gevangen. Het kan er soms ook krioelen van de spiering en bliek/haring ... en daar komt natuurlijk weer roofvis op af.

Maar deze havens zijn wel ontzettend grote bakken met water , waar héle grote boten varen, en dan voel je je als vissertje soms èrrug nietig.

 

Paling, kabeljauw en de rest ...!

Als we in de vaargeul willen vissen (waar nog steeds hele vette palingen langszwemmen) kunnen we beter op de kant gaan staan en 'op de top' vissen. Met een lange, strakke, maar niet te zware hengel gooi je een loodje van een gram of 60 wel in de vaargeul en als je dan een lange wapperlijn neemt en een paar gewone regenwormen op de haak doet (eventueel voorzien van een aantrekkelijk geurtje), dan is het altijd weer een verrassing wat er gaat bijten.

Wij vinden het ook wel geinig om op één stek zoveel mogelijk verschillende vissoorten te vangen. In het Noordzeekanaal ving ik tot nu toe aan de hengel 21 vissoorten : baars, snoekbaars, snoek, paling, brasem, blankvoorn, rietvoorn, pos, zeedonderpad, bot, tong, schar, spiering, haring, puitaal, 5-dradige meun steenbolk, wijting, harder, zeebaars en gul ,

dus dat is wel een visstek met verrassingen !

 

En wat dacht van die brakwater-kabeljauw van 58 cm, die op klaarlichte dag m'n wormen-wapperlijn greep, terwijl we hier toch 10 km van de zee af zitten!  Maar ik wil je aanraden om hier niet met je groffe zeepoken in de steunen te gaan staan wachten tot er uit zichzelf een vis vastbijt, maar juist een subtieler hengeltje te pakken met een gevoelig topje en een zo licht mogelijk loodje. Als je dan gewoon met 1 hengel vist, die je in de hand houdt (hengel wel loodrecht op de lijnrichting) dan krijg je schitterende dreunen op de top ('s avonds even een kniklicht-breekstaafje monteren) en dan voel je elk tikje van de vis... en ben je op tijd om de haak te zetten. Ga hier ook niet met je karper-optonics staan klungelen, of met zo'n roodwit plastic wakertje aan de lijn, want er komen hier op een doordeweekse dag héle grote schuiten langs en die veroorzaken een zuigende stroming... dat wil je niet weten !... dus dan gaan al je piepende wakersystemen tegelijk af en kun je opnieuw beginnen met uitlijnen. Ten westen van de pont  ligt tenslotte nog een interessant stukje water, want daar zijn pasgeleden nieuwe natuur-vriendelijke oevers aangelegd en die zullen in de komende jaren waarschijnlijk een positief effect gaan hebben op de voortplanting, dus dat geeft goede hoop voor de visstand. Bovendien zijn er oevers met strekdammen en ondiepe poeltjes aangelegd, waar je met een waadpak en een vliegenhengel prima uit de voeten kunt.

Maar goed,... het maakt mij niet zoveel uit op welke stek je wilt zitten of welke vissoort je het liefst aan de lijn hebt,  het is in ieder geval wel hoopgevend om te weten, dat er in zo'n on-natuurlijk, door mensenhanden gegraven kanaal toch nog zóveel natuur blijkt rond te zwemmen!

 

                                                                              Geert Luinge