Een vis-vakantie zonder vis In de mei-vakantie van dit jaar zijn wij een week fanatiek wezen vissen bij het eiland Funen in Denemarken.
Met 11 man, in 5 uitstekende boten, met alles erop-en-eraan. Vissend, varend, zoekend, maar weinig vangend ! Ik kan van dit verslag een héél kort stukje maken, als we het alleen over de gevangen vis gaan hebben, want de vangsten waren ronduit pet, waardeloos, miezerig, nihil, flut, om te huilen, abominabel, prut, van likmevestje, dus zeg maar gewoon... zéér slecht ! En als we het over het aantal gevangen kabeljauwen gaan hebben, dan kan ik vanaf nu maar beter zwijgen, want ik heb misschien een stuk of 5 gulletjes gezien die de 50 cm haalden.
Het was echt véél minder dan in voorgaande jaren en zelfs de talloze mini-gulletjes waar je vroeger wel eens misselijk van werd ... blonken uit door afwezigheid. En onze altijd-vangende pilkertjes bleven onaangeroerd, terwijl dit toch een stek was waar we in het verleden geweldige visvangsten hebben geboekt. Zeewater te koud
De oorzaak van die visloosheid ? De afgelopen winter was erg koud geweest en behoorlijk lang, dus de natuur liep nog een weekje of twee-drie achter op het normale schema. Dat zag je ook aan de bladeren van de bomen, die vers frisgroen de lentezon tegemoet knalden en aan de meeuwen, die hun eerste eitjes al in het gras legden, terwijl er nog nachtvorst was.
Bovendien zaten we in een ongunstige getijdenperiode. Je kunt je vakanties wel vantevoren plannen, maar dat wordt meestal bepaald door de werkgever of de collega's en niet door de watertemperatuur of het getij . Op de display van onze fishfinder stond een temperatuur van 8.5 graden, en dat is nog veelstekoud voor het losbarsten van de gul- en zeeforel optrek terplaatse en ook de (nieuwe) maan liet ons een beetje in de steek, door springtij te veroorzaken op onze dag van aankomst, waardoor de eerste visdag achteraf eigenlijk nog de beste (of minst-slechte) was. Maar in de week dat wij er waren, ging het richting dood tij, waardoor er gemiddeld meer afgaand- dan opkomend tij is, en dat is zeker niet bevorderlijk voor de intrek van voorjaars-vis vanaf open zee. Het was met de visserij dus naadje, kloten van de bok, knudde met een rietje.
Op de eerste dag vingen we -geankerd op een vlak stuk zandbank- nog wel een tiental prachtige schollen, waardoor we meteen enthousiast werden en de volgende dagen op dezelfde plek weer hoopvol ons anker uitgooiden en (fanatiek als we zijn) een heerlijk geurend rubby-dubby spoor uitzetten met een geavanceerde goedwerkende bodemvislokkende voerkorfmontage, maar de vis was er niet , dus ook niet lokbaar. Met 4 boten kamden we de hele zandbank uit, en Ed (die maar liefst 2 kilo springverse zagers van huis had meegenomen) ving zo-nu-en-dan wel een paar meeneembare scharretjes, en Chiel werd uiteindelijk onze plattenkoning met een oversized bot van 52 cm, maar daar kregen wij toch niet ècht een harde plasser van.De enige vissoort die we gemakkelijk aan de schubben konden komen was haring, (en hoe ! ... wie een haring vastpakt heeft acuut een hand vol schubben..) maar dat was gewoon een kwestie van ... lijntje laten zakken, eventjes wat op-en-neren, vooral niet aanslaan als je beet krijgt, effe lekker beneden laten rondzwemmen, wachten tot de andere haken ook volhangen (je voelt nummer 2, 3 en 4 er gewoon op knallen) en dan voorzichtig binnendraaien zonder dat ze er weer afvallen, zodat we meerdere malen 5 haringen (van 30 cm!) tegelijk in de boot konden hijsen.
Toen we met 3 man eventjes voluit op de haring gingen, hadden we na anderhalf uur twee emmers vol met in totaal 130 stuks. Dus dat werd vervolgens weer aan de lopende band fileren geblazen. Qua culinaire spin-off zal er de komende tijd dus wel weer flink experimenteel gekokkereld gaan worden met haring uit de oven, haring uit de magnetron, haring in de olie, haring in de battermix, haring in de stoofschotel, haring in de bouillabaisse, haring in de boemboe bali , haring in de sushi, haring op de boterham, haring in de salade, enz enz. Alvast smakelijk eten. Plugtrollen.De enige ècht mooie vis die we te zien kregen was een heuse zeeforel van 63 cm die een klein blauwwit ratelend X-Rap plugje te grazen nam dat Peter achter de boot aan trolde, en meteen nadat die prachtige vis in de boot was getild, dreunde er nóg een op, op dezelfde stek, maar in die boot was op dat moment helaas geen schepnet aanwezig ( foutje, moet kunnen, maar volgende keer toch maar wèl meenemen) zodat de tweede zeeforel met een spetterende staartslag wist los te komen, vlak voordat de mannen hem konden grijpen... en zo hoort het ook !... want deze vissen gaven ons weer hoop! ... en dat is ozo belangrijk bij het vissen. We zijn later in de week nog heel wat keertjes over diezelfde stek heen en weer gevaren met de overtuiging dat ze er absoluut moesten zitten, maar pas op de laatste dag ving Peter weer twee zeeforellen op datzelfde plugje ( ....maar waarom hij ... en niet iemand anders ? ....het is niet eerlijk...die gast komt hier even de krenten uit de pap pikken...) ( ... gefeliciteerd Peet, het is je van harte gegund ..!) ( Grrrrrr..) Zo'n hele zeeforel was trouwens ook ruim voldoende om onze culinaire vishonger te stillen, want in ons team hebben wij diverse specialisten, waaronder Rein, een eerstegraads gediplomeerde chef-kok buiten dienst, die van een drol nog wat lekkers kan maken. Hij heeft zelfs 4 Michelin-sterren ( op zijn autobanden) Dus schoven wij aan aan een keurig gedekte dis en de Maître de cuisine serveerde ons een goddelijke visschotel, met zeeforel in een mooie rijke gevulde witte wijn-roomsaus ... om je vingers bij af te likken ! ... Alleen was het wel slordig, dat Rein (die speciaal voor ons zijn 10-persoons elektrische braadpan had meegenomen ) de stekker van zijn braadpan-verlengsnoer stiekum had omgewisseld met de stekker van de openbare camping-vriezer... want terwijl wij nietsvermoedend van ons heerlijke forellenliflafje zaten te smikkelen, lagen de pasgefileerde haringen van onze tentbuurman alweer keihard te ontdooien. KotsharingenOm te voorkomen dat we hier een visverslag gaan krijgen waar geen enkele vis meer in voorkomt
zal ik je nog wat wissewasjes vertellen die het visgebeuren omlijstten, want behalve vruchteloos hengelen deden we deze week natuurlijk nog wel wat meer. Rondom ons bivak was zoals gewoonlijk alles piekfijn voor mekaar. Jan, die met zijn complete 5-sterren Camper naast onze tent was komen staan, had bijvoorbeeld een vriesvak vol met hapklare lastminute maaltijden, een oventje waarin hij elke ochtend warme broodjes stond te bakken, een barbekneut waarop hij kippen en satés grillde, een skottelbraai ( Surinaams voor wok op gasbrander ... werkt goed ...zolang er geen wind is ) en hij had zelfs zijn dikke vette zwarte rookoven achterop de camper gebonden, zodat de haringen die we 's middags hadden gevangen een uur later al hingen te puffen in de rook. En wij dachten ... dat wordt smullen ! Alleen schijnt het, dat je haringen beslist niet vers in de rook mag hangen want dan krijg je een slappe ..., natte smerige snotzak zonder smaak. Nee, ze moeten minstens een paar dagen besterven, uitdrogen en opstijven, voordat je ze in de rookoven kunt hangen (vertelde iemand ons toen het al te laat was), dus nu zat Geert ,die de eer had als eerste te mogen (= moeten) proeven bijna te kokhalzen bij een natte, kleffe, halfdoorrookte stapel slijmerige snotharingen, die je je ergste vijand niet toewenst. De rest van de mannen heeft er niet één hapje meer van geproefd, zo overtuigd waren ze na het zien van zijn walgende gelaatsuitdrukking en ze wensten hem voor de komende dagen nog veel sterkte met zijn geruïneerde darmflora.
Randkwaliteiten.Een andere specialist in ons gezelschap is Peter, die èrg goed is in koffiedrinken en vooral véél eten. Dus wij zijn wel wat gewend op het gebied van koffiepauzes, vezelvreetstops en volgeladen borden.... Maar je kunt je voorstellen dat wij toch wel wat vraagtekens boven ons hoofd hadden toen we Peet in de kampkeuken betrapten met maar liefst 9 borden macaroni voor z'n neus ! Op het water draaiden de jongens soms voluit het gashandel open en met de 40 horsepower die achter onze vette Buster speedboat hing, stoven we dan keihard spetterend over de klotsende zeegolven en gaven eventjes een 'rondje van de zaak' , waardoor je lekker hard over je eigen hekgolven heen kon ketsen. En af en toe trimde onze speelse bootpiloot de BBmotor expres ietsje te hoog uit het water zodat we een feestelijke douche kregen van ons eigen zoute schroefwater. Ach ja, als de vis er niet zit, ga je je lol ergens anders zoeken, nietwaar ? Stroom uit herrieNou moet ik eerlijk zeggen, dat het niet-vangen van vis ook zijn positieve kanten heeft. Aangezien je toch urenlang, dagenlang met een paar vrienden in een bootje ronddobbert, zonder dat je je druk hoeft te maken over de vangst van vis, dan kom je vaak tot heerlijke, mooie, fantasie- en humorvolle conversaties, en dat is ook heel wat waard. Zo kwam Robmans bijvoorbeeld op het lumineuze idee om het geluid van de zee en het lawaai van de golven te gaan benutten om energie op te wekken. Daarvoor zou je gewoon een paar lawaai-sensoren moeten uitvinden, waarbij het lawaaigeluid een elektrisch spoeltje in trilling brengt zodat er een stroompje wordt opgewekt dat kan worden opgeslagen in een accu. Hoe meer lawaai, hoe meer stroom. Zo zou elk schip het lawaai van z'n machinekamer kunnen gebruiken om de kajuit van licht te voorzien en waarschijnlijk ook om brandstof te besparen (moeten we nog uitdenken...) De ultieme optimale, meest rendabele toepassing van dit principe zou dan neerkomen op een setje 'vocal-rechargeable-batteries' , wat betekent dat je je batterijen oplaadt in een lader die reageert op lawaai. Dus dat je gewoon een paar keer keihard schreeuwt : " stelletje stomme waardeloze lege rotbatterijen !!! " .... en dat ze dan weer vol stroom zitten ..! Babylonische walkietalkieEen ander fenomeen dat zich voordoet als er weinig vis wordt gevangen ... is de intensivering van het radiografisch communicatieverkeer, ofwel : het gelul door de walkietalkies. Je hebt bij het onderlinge walkietalkiegeouwehoer grofweg twee mogelijkheden : óf er wordt wèl gereageerd, .... óf er wordt niet gereageerd, maar in beide gevallen volgt er meestal een lang- en onbegrijpelijk verhaal waar geen touw aan vast te knopen is. Een klein voorbeeldje :A : Hallo-hallo ... Breakie-breakie ... is daar iemand ?B : Hallo-hallo ... Ja wij zijn hier ... wat is er? ... Over ?A : Jaja, wij vangen hier geen ene moer, jullie wel ? ...... ?B : Nee wij vangen ook geen kloot, maar je moet je bericht wel eindigen met Over ...Over !A : Waar heb je het over ?B : Ja juist, dat bedoel ik. Wij gaan straks verkassen naar de brug, Over ...A : Wat zeg je, gaan jullie de brug over ?B : Nee suffie, onder de brug natuurlijk, maar eerst gaan we wat eten, Over ...A : Watzegje, hebben jullie eten over ? B : Nee dombo, je moet aan het eind steeds 'over' zeggen omdat die ander anders niet weet wanneer je klaar bent met praten en dan gaat 'ie tegelijk met jou wat zeggen en dan krijg je storing en dan kun je mekaar helemaal niet meer verstaan en dan weet niemand meer waar het over gaat en dan lopen ondertussen de batterijen leeg en dan kun je als er zich een noodsituatie voordoet niet meer om hulp roepen en dan ben je reddeloos verloren dus moet je zuinig omspringen met die walkietalkies en vooral niet allerlei onnodige informatie gaan zitten uitwisselen dus we gaan het vanaf nu kort houden, .... Heb je dat begrepen ?... Over ... ?A : Hallo ? ... Zijn jullie daar nog ? ... Wij hadden daarnet nogal wat storing... ... zou je dat laatste bericht nog even kunnen herhalen ? ....B : Ja de groeten ! ....Kappen nou ! Over en sluiten !A : Hallo ?... willen jullie sluiten, ... over ?B : Ja, wij gaan sluiten, dus sluiten !A : Maar je moest toch steeds eindigen met over, over ?B : Nee,... niet als je gaat sluiten, over !A : Okee, laten we dan nu maar gaan sluiten, over ?B : Ja, dat zeg ik, sluiten !A : Weet je zeker dat je definitief wilt sluiten ?... over ?B : Ga potverdikkie van die lijn af en ga nou eens sluiten , over !!A : Maar daarnet was je toch al gesloten en nu ga je weer over, over ?B : ..........Grrr...Grrrrr.....A : Zeg mannen, hebben jullie voor ons nog wat zagers over, over ? B : (stilte)......A : Trek in iets lekkers ? Wij hebben nog wat broodjes gerookte zalm over, over ! B : (stilte)....A : Zeg , al zijn er dan geen gullen, we kunnen er toch nog wel over .........., over ? B :(stilte)......A : Zeg, hoe lang houden jullie dat gezwijg nog vol ??? Steek anders die walkietalkie maar in je ........ ! ...... over ? ... B : (nog steeds stilte).......A : HalloHallo !!!... zagen jullie daar óók zo'n grote zeeforel springen, over ???!!!B : .......... A : Zeg, wij hebben hier twee prachtige forellen in de boot !!! Komen jullie óók hierheen ... over ???B : ..... Jaja , dat zal wel..... Wij geloven er geen ene bal van !!!............. over ?A : ... Okéé, dan moet je het zelf maar weten !......... Sluiten, sluiten en nog eens sluiten !
Op de laatste avond van ons avontuur trokken we de waadpakken aan, om het in de schemering nog eens vanaf de kant te proberen. Wat een heerlijk raar gevoel is dat toch altijd, als je zo'n warme soepele neopreen lange-onderbroek aantrekt en ermee het water in loopt. Vergeet vooral niet om even een plasje te doen vóórdat je dat waadpak aantrekt, want door de druk van het water krijg je onmiddellijk een bloeddrukstijging, wat meestal betekent dat je zout water moet gaan aftappen. In het maanlicht zochten we langs de waterlijn naar tekenen van vis, maar de zee lag er dood bij. We probeerden het met lepeltjes, spinnertjes, pilkertjes en plugjes, maar kregen geen stootje. We monteerden een subtiel dobbertje en lieten een verleidelijk kronkelende zager langs een aantrekkelijk wierbed dwarrelen. Noppes, nada. We knoopten allerlei vliegjes met allerlei kleurtjes aan de leader van onze vliegenlijn en zwiepten net zolang tot we er een tenniselleboog van kregen... maar er stond geen stroming, we zagen geen kringen aan het oppervlak en er was gewoon geen enkele vis te vinden ! Er vloog een eenzame uil voorbij, die ook zag dat de padden en kikkers -waar het hier gewoonlijk van krioelt- er nog láng niet waren en dat er heel weinig eetbaars te bespeuren was. Zelfs de bruinvissen die je hier normaliter elke dag wel ziet ... waren absent. En ook de kwallen waar het altijd van miegelt..., ze waren er niet ! Het was duidelijk nog te vroeg in het voorjaar. De winter was eigenlijk nog niet voorbij en wij hadden onze vakantie te vroeg gepland. Maar ja, that's all in the game ! Je kunt niet alles kiezen. Er moet nou eenmaal ook af en toe gewerkt worden. Je mag al héél blij zijn dat je daar überhaupt met een hengel in de mooie natuur kunt staan te flierefluiten ! Dus hebben we onze hersenpan maar in de relax-mode gezet, hebben de hengels tegen een boom gezet en zijn wat worsten gaan roken.Micky -onze survival-expert- (gewoon veel Bushcraft kijken op Discovery) had zijn magnesium-stick meegenomen en zocht langs de oever naar wat drooggebleven pluizige houtjes. Daarna zette hij alle Robinsonwinnaars voor paal door binnen 2 minuten een knappend kampvuur te maken, waarop wij van plan waren onze nog-te-vangen zeeforel te gaan roosteren, alleen ... de vis deed niet mee ..., dus het werd een unox-rookworst uit de tas, ...maar die smaakte natuurlijk wel weer véél lekkerder dan thuis !
Op de foto's zie je hoe Mick achteruit deinst voor de hitte van zijn ontvlammende kampvuur
en hoe Geert probeert om met scherpe mossels en hete vonken zijn nieuwe waadpak lek te krijgen.
Op de terugweg naar huis mochten we gelukkig nog een paar uurtjes bij Hamburg in de file staan, maar toen we eenmaal thuis onze 130 nog-steeds-bevroren haringen in de vriezer legden, wisten we dat er een byzonder raar vissers-avontuur was geëindigd.Het was weer op een héél andere manier verlopen dan we vantevoren hadden verwacht.De werkelijkheid is immers altijd ánders dan je verwachtingen en je dromen.Volgende keer beter.Geert Luinge