Als aanvulling op de twee artikelen die zijn gepubliceerd op www.hengelsport.com over de afgelopen vis-trip van Pim Pos en mijzelf naar het Noorse eiland Smøla, wil ik jullie graag nog wat wetenswaardigheidjes vertellen, over dingetjes die nog niet voluit besproken zijn, of waarover misschien nog wat te lachen valt… Wedstrijdje ?! In de eerste plaats was daar ... het onderlinge wedstrijd-element.  Voordat wij aan deze vistrip begonnen, had ik namelijk een balletje opgegooid over een score-lijst die ik wel wilde gaan invullen, plus een rekord-lijst en een soorten-lijst die we aan de waterkant zouden gaan bijhouden... Nou zal ik je vertellen dat die Pim een keigoeie wedstrijdvisser is, die al héél wat viswedstrijdjes heeft gewonnen en die een dikke kast vol bekers en medailles op zijn hobbykamer heeft staan en die van alle vismarkten thuis is en een jarenlange ervaring heeft met hengels, molens, reels, lijnen, haken, vissen enzovoort,

dus... zou het voor mij wel èrrug moeilijk worden om van die meestervisser te gaan winnen...

 


 Enfin... we kwamen dus op de eerste visdag aanrijden in ons huurautootje en parkeerden op de kade van de plaatselijke visafslag. We stapten uit, constateerden meteen dat er een fris windje stond, gooiden de achterbak open, trokken onze dikste jassen aan en... toen kwam het moment waarop we ons eerste 'wedstrijdje' zouden gaan afspreken… Ik stelde voor om bescheiden te beginnen en de volgende uitdaging aan te gaan : 'Wie legt er het eerst 10 vissen op de kade ?' . Akkoord, daar gaan we voor... Nou, wat zou jij doen ? Je pakt natuurlijk snel je strakke spinhengel en gaat in je kunstaastrommel op zoek naar een pilkertje van een gram of 30 en als je het ècht slim aanpakt, dan hang je daarvóór nog twee kleine streamertjes, zodat je zelfs 3 vissen tegelijk kunt vangen. Terwijl ik dat zaakje sta te monteren, kijk ik over m'n schouder, maar Pim is ineens verdwenen. Zojuist stond 'ie nog naast me, maar nu is 'ie totaal uit beeld, nergens meer te bekennen. Ik besluit dat de wedstrijd inmiddels begonnen is, dus dat ik nu als eerste mag ingooien en kan gaan scoren ... Ik werp in ... mijn pilkertje raakt het water, ik laat het een paar seconden afzinken,... draai langzaam binnen.. en ... Bonk!.. daar heb ik notabene de eerste vis al aan de lijn !


En geen ukkie ook !

  Het blijkt een joekel van een makreel te zijn en mijn hengeltje buigt meteen diep door terwijl ik hem in het kraakheldere water vinnentrillend heen-en-weer zie stuiven. Met een ruime zwiep til ik de megamakreel op de kade … en roep keihard "Yes!". Ik maak een uitsloverig raar gebaar om mijn feestvreugde te uiten ... en ik kijk om me heen... me afvragend waar Pim is ... en verdraaid! ... daar komt 'ie aanlopen ... uit de richting van de visfabriek, ... maar wat heeft 'ie daar in zijn handen ?... Het zijn 10 héle dikke haringen van de visafslag !... Hij gooit ze voor mijn voeten op de kade en zegt : " Alsjeblieft. Tien vissen. Eventjes gevraagd aan de vissermannen. Gratis en kakelvers.... Dus wat dat wedstrijdje betreft  : ..... Game over ... 1 - 0  "  Revanche ! Je begrijpt dat ik sprakeloos was en dat ik niet van plan was om te gaan protesteren vanwege het feit dat hij die 10 vissen niet met de hengel had gevangen... want dát hadden we inderdaad niet precies afgesproken. Dus ik zon op wraak. De tweede wedstrijd ging nu meteen van start en de uitdaging luidde : 'wie vangt het snelst 10 vissen aan 1 hengel met 1 pilkertje ?' Je snapt dat we nu een duidelijker wedstrijdreglement moesten afspreken, want anders zou die gehaaide Pim wéér door de mazen van het net glippen en daar had ik geen trek in. Enfin ... we staan daar naast elkaar op de kade, hengels in de aanslag, tellen 3-2-1 en openen onze beugels... maar terwijl ik mijn pilkertje een meter of twintig weg werp ... laat Pim zijn aasje recht naar beneden zakken , ... hij juttert een beetje op-en-neer...  en Tik ! ... daar hangt een piepklein koolvisje dat hij moeiteloos binnendraait. Het visje krijgt weer de vrijheid, het pilkertje plonst weer in het water... hij juttert wat met zijn hengeltopje en .... Trrr, Trrr , tik.  Volgende koolvisje. In de daarop volgende twee minuten heb ik een soort robot aan het werk gezien die in een razend tempo visjes uit het water omhoog stond te draaien... en ik wou hem nog afstoppen toen hij op 8 stond, want ik gaf me gewonnen en zei dat ik die laatste visjes niet meer hoefde te zien ... maar de vis-robot raasde door … en hield pas stil toen de teller op 10 stond. 

Toen hoorde ik het onvermijdelijke : ... "Game Over ... 2 - 0 " 

   
 Revanche ? Je snapt dat ik de teugels nog strakker moest aanhalen, want anders zou die gast me hier voor schut gaan zetten en daar voelde ik niets voor. Dus nóg strenger : 'Wie vangt er het snelst 20 vissen van minstens 20 cm ?' (dan kon hij het wel schudden met zijn ukkies en ik wist inmiddels hoe je hier grote makrelen kon vangen). We telden af, zwiepten allebei ons pilkertje een eind weg, ik liet het een paar tellen zakken... draaide strak en ... Bonk! ... Yes!  daar had ik makreel nummer twee! En wat een jumbo exemplaar was het weer! Ik stond te kicken op de kade. De makreel stoof van links naar rechts en ik hoorde het heerlijke geluid van mijn gierende slip. Het kostte me nogal wat moeite om die klapperende torpedo onder controle te krijgen en terwijl ik sta te drillen ... kijk ik opzij ... en zie Pim, met een grijns op zijn smoel, die zegt :"Koolvis van boven de 20cm, nummer 2.  Ik moest alle zeilen bijzetten om mijn megamakreel boven water te krijgen en til hem op de kade, grijp hem bij zijn lurven, probeer hem snel te onthaken (maar wat kunnen die dingen trillen en klapperen!), pak nog even een onthaaktangetje en een handdoekje erbij ... en op het moment dat ik die prachtige makreel teruggooi in het water hoor ik op de achtergrond:"...en dat is 5..."  Ik zal hier een lang verhaal kort maken, want toen ik bezig was om mijn zesde makreel te drillen (ja, ik vond eerlijk gezegd dat het bèst goed ging) hoorde ik naast me :...19... zwiep... plons.. .bonk! ... en dat is 20 ... Game Over ... 3 - 0 " ... Ik stond perplex en voelde me een heel klein dom jongetje.  Andere regels ! Dat zat me natuurlijk helemáál niet lekker en ik verzon een list. Je moest die vervelende Pim met andere wapenen te lijf gaan. Op de pilker was hij sowiezo niet te kloppen ... en misschien moesten we de factor Geluk eens een wat grotere rol laten spelen, want dan zou ik met wat mazzel toch nog boven die kanjerkampioen uit kunnen komen. Ik gokte op : Wie vangt het eerst een ándere vissoort ? ( behalve de makreel, de haring en de koolvis die we inmiddels dus hadden). De uitdaging werd aangenomen, we deden handjeklap en pakten snel onze hengels. Ik besloot om te gaan vissen op de bodem, met een licht wartelloodje en een klein stukje verse haring. Dan heb je -volgens de boeken- nog de meeste kans op een ander-soortig visje. Hoeft niet groot te zijn, als het maar een andere naam heeft. Dus ik knoop een verraderlijk klein haakje aan een subtiel onderlijntje en snij een sappig fladdertje haring dat ik eraan hang ... ik loop naar de rand van de kade ... en daar staat Pim, die zojuist heeft ingegooid... met datzelfde pilkertje van daarnet .... hij laat het helemaal afzinken naar de bodem (duurde knap lang want het was daar loeidiep) ... hij heft zijn hengel en laat hem weer zakken... heft zijn hengel en laat hem weer zakken en ... Dreun! ... daar komt (denk ik dan) weer zo'n overbekende makreel, haring of koolvisje boven water... Maar ... wat ziet mijn oog ?? Die dekselse Pim heeft een prachtige Poon aan de lijn ! en hij draait hem nog binnen ook ! Een beste poon, na welgeteld één worpje met datzelfde miezerige pilkertje… Ik zie een héle vette big-smile en hoor het uiterst pijnlijke : " Game Over.. 4 - 0 "...

Ik kon wel janken.

 Ach, laat maar zitten ... De volgende dag heb ik me een beetje ingehouden en heb bewust gezwegen over het te volgen wedstrijdschema, want ik had geen zin in nóg een pak slaag. Ik hield me lange tijd gedeisd , tótdat er een moment kwam waarop we een schitterend riviertje passeerden waarin we misschien wel iets bijzonders konden vangen?. Ik legde de lat voor Pim expres een stukje hoger... en zei : " Als jij hier nu een zeeforel weet te vangen, dan ben je een hele knappe jongen " , .... Daarna was het een paar minuten stil, ... hij stond wat voor zich uit te staren en daarna wat te zoeken in zijn trommeltje. ... Hij loopt naar een vooruitstekend landpuntje, waar de wild stromende rivier een draaikolk maakt en stilvalt voor een richel van stenen ... hij gooit in en... Beng! ... een koolvisje. Ik lach hem smalend toe en roep dat ik zeeforellen wil zien !... en wat denk je ... drie minuten later zie ik hem weer een visje drillen, maar nèt op het moment dat hij het wil vastpakken valt het beestje in het water. Ik zie hem met een wilde sprong voorover in het wier duiken om het visje alsnog te grijpen... maar het mislukt en ik hoor hem iets èrg onfatsoenlijks zeggen. Hij krijst : dát was dus een zeeforelletje ! ... Tja,… eerlijk is eerlijk, ik heb het op die afstand niet goed kunnen zien, maar hij maakt heus niet zo'n noodsprong voor een truttig koolvisje, dus ik geloof hem. Nu was het mijn beurt ! Ik werp gauw mijn blauwzilveren ratelplugje in de stroming en draai het tergend langzaam binnen,... maar wat ik ook probeer ...er gebeurt niets.. dat wil zeggen... niet bij mij... maar bij Pim is er verdorie weer een héle knappe vis aan zijn lepeltje blijven hangen ... en ik zie hem triomfantelijk een grote zilverwitte vis omhoog houden ... en ik hoor in de verte een dikke schaterlach en zie een rood hoofd dat roept : Game Over ... 5 - 0 !  Ik begin er over te denken om zelf mijn eigen kunstaas op te vreten, maar Pim komt me troosten en kalmeren en biedt me een lepeltje aan uit zijn trommel. Met het plugje waar ik mee stond te smijten kon je het volgens hem wel schudden, want ze gaan gewoon niet diep genoeg door de harde stroming, dus dan ben je kansloos. Met het geleende lepeltje vang ik vervolgens ook een paar koolvisjes en ben eigenlijk wel trots als ik zowaar een knappe gul uit dit stromende riviertje weet te halen ... maar als ik dan opzij kijk, naar de plek waar Pim staat ... dan zie ik een uitbundig dansende visser, met een spartelende glimmende vis in zijn armen ...

Hij roept : "Zalm!"" ...

Mijn bek valt open en mijn broek zakt af. En alsof dat nog niet genoeg is, zie ik hem even later wéér met een grote vis staan knokken ... en boven het klaterende lawaai van de stroomversnelling uit  hoor ik hem met overslaande stem roepen : "Zalm nummer twéé !... Game over ? ...  6 - 0 ? ... Wou je nog méér klapjes ?? .... Ik heb me die avond nuttig gemaakt met het doen van de afwas, het poetsen van het aanrecht en heb aan meester Pim gevraagd of ik misschien nog ergens anders bruikbaar voor was, maar sindsdien is het alleen maar bergafwaarts gegaan met mijn zelfvertouwen en dit trauma kom ik waarschijnlijk nooit meer te boven. ... en ... dan was er nóg iets ... waar ik helemaal stuk op ging ... namelijk : Smerige luchtjes ! Op een ochtend opende ik de gordijnen van ons gezellige Noorse appartement en keek uit over een rimpelloze  haven en een spiegelgladde zee,

met alleen aan de horizon een dun streepje wolken, dus wat mij betreft was het gáán met die hengels!

We hesen ons in de langeonderbroeken en smikkelden van een snel ontbijt (de kibbeling van gisteravond) en ik was net bezig om m'n zwaarste boothengel op te tuigen, toen Pim's mobieltje rinkelde en Magne, de schipper, ons balend mededeelde dat er op zee een stevige storm in aantocht was en dat we binnen een paar uur een Beaufortje of 7 om de oren zouden krijgen. Mijn boothengels konden dus weer terug in de kast.  Magne stelde voor om naar de andere kant van het eiland te rijden, waar we voorlopig nog in de luwte konden liggen. Hij nodigde ons uit op de boot van een vriend die fuiken en kreeftenkooien zou gaan lichten ... en dat was misschien wel geinig om te zien.


Nou, dat was het inderdaad !  Om te zien ja,..... maar niet om te ruiken !!

 We stonden namelijk nog geen minuut op die boot, of de schipper zet naast mij twee grote emmers neer, vol met vuile vieze gore bedorven stink-makrelen die al minstens een week lagen te rotten. Dat was namelijk het állerbeste aas voor in zijn kreeftenkooien. Als je vers aas gebruikt komen er wel veel krabben op af, maar dan vang je minder kreeften. Hoe rotter je makrelen, hoe groter de kans op een kanjerkreeft, zei hij.  Terwijl we de haven uitvoeren stond ik vlak naast die gore emmers op het achterdek en ik kan je verzekeren dat die meuk wel zo afgrijselijk smerig stonk, dat mijn neustussenschot er bijkans uit lag. Gelukkig waaide de walm een beetje de andere kant op toen we de bocht om gingen en tussen een wirwar van eilandjes op zoek gingen naar een paar markeringsboeien. In het eerste (mijns inziens nogal lukraak neergepleurde-) fuik bleken zich een paar fileerbare gullen te hebben vastgezwommen en Magne en haalde het zaakje hebberig binnenboord,


zodat in een mum van tijd het dek vol lag met zeewier, draadalg, schelpenzand, krabbetjes, spin-krabbetjes (al eens gezien? ... zijn echt fantastisch rare alien beestjes) en ook een paar grote lekkere dikke krabben. In de overige fuiken vonden we nog een verdwaalde bot, een zeester met gemene stekels waaraan ik mijn hand openhaalde en een kleurige zeedonderpad, die ons nogal arrogant aankeek, maar eigenlijk niet veel meer is dan een enorme kop met een belachelijk klein staartje.

     De stank op het achterdek begon nu echt ondraaglijk te worden, want in elke kooi die was leeggehaald propte Magne een paar 'nieuwe' zwaar bedorven makrelen en hij roerde daarbij nog even flink door de emmers. Aan de trillende neusvleugels van Pim kon je zien dat zijn reukorgaan werd overbelast, maar hij gaf geen krimp en babbelde gezellig door met de schipper. In het kleine kajuitje deden we een straf bakkie, maar ik vond eigenlijk dat daar een vette stinkende dieselwalm uit de machinekamer omhoog kwam en mijn arme neus begon nóg meer te steigeren.

In de volgende kreeftenkooi zat een sukkel van een rog, die zich met zijn brede spanwijdte toch nog door de nauwe opening had geworsteld, en uiteindelijk ook een indrukwekkende kreeft .


Op de terugweg waren die twee gore emmers eindelijk leeg , maar ik kan niet zeggen dat ze minder stonken. Eenmaal aangekomen in het haventje bedankten we de schipper voor zijn gastvrijheid en voor het interessante tripje,  maar pas op de terugweg naar ons huisje, toen ik het raampje van de auto héél wijd opendraaide ... begon die vreselijke stank-mistbank in mijn voorhoofd weer een beetje op te trekken

en kon ik nog net een makrelen-migraine-aanval onderdrukken.

 Calvin Klein hoofdpijn 

Iets dergelijks gebeurde op de terugweg naar huis.
Je moet weten dat we met het vliegtuig twee tussenstops zouden maken in Oslo en in Kopenhagen en dat wij (zeulende met een maximum aan visbagage en een overgewicht aan loodballen plus een reusachtige hengelkoker) ons van de ene gate naar de andere moesten transferren,
en dat we nogal wat tijd over hadden om in de taxfreeshopjes op het vliegveld rond te banjeren. Terwijl één van ons bij de spullen bleef kon de ander dan even de benen strekken en een kijkje nemen in het winkelcentrum. Ik maakte me nuttig door de prijslijst van de sushi-bar door te nemen en rekende uit dat één hap me ongeveer 5 euro zou gaan kosten en ik zag ergens een flesje Heineken in de vitrine staan met een plakkertje erop van 49 kronen ofwel 6 euri, dus ik was gauw uitgewinkeld. Toen Pim aan de beurt was, bleef hij een héle tijd weg en toen 'ie terugkwam stonk hij vreselijk naar  ... Calvin Klein. Nou geef ik toe dat je na een week fanatiek vissen wel een lichte zweetlucht in je kleren zult hebben en dat een klein borsteltje met wat zeep dan wel nuttig kan zijn,
maar je moet het niet gaan overdrijven ! Hij had zich helemaal ondergespoten !
In de relaxte rookvrije lounge van de Flughavn heerste eerst nog een aangenaam sfeertje,
maar toen Pim met zijn penetrante walm kwam aanlopen keek iedereen om zich heen,
zich afvragend waar dat vuile luchtje ineens vandaan kwam. Pim was op zijn strooptocht langs de taxfreeshops namelijk gestuit op een gratis proefmonster Calvin-Klein-Drol-Odeur.
Je hoort het goed : gratis ! Dus hij had zijn oksels eens even flink ondergespoten
en ook zijn borstharen konden wel wat opfrisserij gebruiken en in zijn nek was nog plek genoeg
en misschien heeft 'ie zelfs zijn jonge heer besprenkeld met dat proefmonster
(zou kunnen, ik was er gelukkig niet bij),
maar toen 'ie terugkwam sloegen mijn neuspapillen acuut op hol en alle mensen die langs ons liepen keken geschrokken achterom waar die opdringerige meurlucht toch vandaan kwam.
Bij het instappen van het vliegtuig liepen we door zo'n tochtende slurfgang
en ik zag aan de gezichten van de dames achter Pim dat ze dachten dat in zijn handbagage
een paar kapotte spuitbussen met toiletverfrisser moesten zitten, want de lucht was overweldigend.
Alleen … slim als Pim is, maakte hij tegenover de stewardesses in het vliegtuig meteen zijn excuses voor de vis-lucht die zijn reismakker (ik dus) zou kunnen verspreiden na een weekje prakken en prutten met rotte makrelen endergelijke, … waardoor die meiden meteen verwijtend in mijn richting keken toen een dikke verstikkende CalvinkleinWalm de cabine begon te vullen.
Gelukkig duurde het maar een uur totdat we in Kopenhagen uit het zwaarverontreinigde vliegtuig konden stappen en ik snakte naar frisse lucht toen we stonden te wachten bij de volgende incheck-balie ....  maar toen was Pimmetje verdikkie wéér verdwenen ! .... en wat denk je ...hij was eventjes gaan uitzoeken of ze hier misschien óók zo’n gratis Calvinkleinproefmonsterflesje hadden staan en... ja hoor ! .. hij had zichzelf nog even lekker bijgefrist  en alle vitale delen even èxtra onder de stankodeur gespoten... Moet ik nog zeggen dat ik in het vliegtuig geprobeerd heb om drie kwartier mijn adem in te houden? Moet ik nog zeggen dat de stewardesses mij héél gemeen zaten aan te kijken alsof het mijn schuld was ?! Kun je begrijpen dat ik gruwelijk last had van een knetterende CalvinkleinHoofdpijn ?Ik garandeer je dat je beter de heerlijke lucht van mijn puur-natuur-okselvocht-hemd kunt ruiken waarin ik de hele week heb lopen rondzweten, dan die geconcentreerde chemische gaswolk waar Pim langzaam op wegzweefde.Achteraf was de lucht van die dooie makrelen nog lang zo slecht niet . Game over ... 100 - 0   ... and the loser is ... 

 Geert Luinge