Al heel lang ga ik om te vissen naar Noorwegen en steeds meer ga ik proberen om iets te vangen wat bijzonder is. Een vis waar je nog echt moeite voor moet doen. Vissen die soms qua uitstraling helemaal te gek zijn of omdat ze culinair niet te versmaden zijn.

Ik kan me voorstellen dat je de eerste keren veel vis wilt vangen maar er komt een moment dat je de geheimen in de zee wilt leren kennen.

Dat klinkt natuurlijk een beetje Jacques  Cousteau-achtig maar ik krijg nu eenmaal een kick van een zeewolf, een draakvis, een ijshaai of van een zeeduivel. Als je die bek gezien hebt dan weet je pas wat een grote mond opzetten inhoudt. Het is echt een enorme bek die er echt als een vuilnisvat uitziet.

 Om u een klein beetje een voorstelling te geven, vorig jaar hadden we een zeeduivel van 67 cm lang en die had in zijn maag een gulletje zitten van ruim 50 centimeter lang.

Vergis u niet maar er zijn zeeduivels met netten gevangen van meer dan 50 kilo zwaar en meer dan 2 meter lang dus dat zijn echt giga monsters. De zeeduivel is een bodemvis die met zijn enorme camouflage niet van een steen is te onderscheiden. Over het gehel lichaam zitten fladderende stukjes weefsel die in de stroom meewapperen en dus gewoon op bedembegroeiing lijkt. Op de kop zit een soort hengeltje met een fladderend stukje weefsel zodat er een visje mee gelokt kan worden.

 Eenmaal in de buurt van de kop maakt opent de zeeduivel zijn enorme muil bliksemsnel en er staat een gigantisch vacuum zodat de vis verzwolgen wordt voordat hij het beseft.

Het is heel moeilijk om te zeggen dat je een zeeduivel gaat vangen. In de voorjaars en zomermaanden zit de zeeduivel vrij dicht onder de kust en komt zelf op een diepte van enkele meters.







 Als je een goede kans wilt maken op een zeeduivel moet je met pilkers met vis eraan of met een grote shad vlak boven de bodem aan de gang. Ik heb er nu meerdere gevangen maar allemaal in de buurt van rotsen en wiervelden. Ik heb ze met pilkers, levend aas, en met shads gevangen.

Volgens de beroepsvissers in Noorwegen is een kleine koolvis of een schelvis het beste aas. Aan een hoekafhouder met een lange zwerflijn maak je de beste kans.  Neem minimaal 70/00 lijn omdat ze een enorme bek met tanden hebben. Gelukkig zijn de tanden rond en niet scherp aan de zijkanten, dus u hebt geen last van doorgesneden lijn.
 





De dikke lijn dient alleen om het beest van de bodem te lichten. Als hij zijn muil opendoet dan is het net een vuilniszak die u omhoog brengt. U bent gewaarschuwd.Vergis u niet maar u heeft met de zeeduivel goud in uw handen. Het is echt heel dure vis en super lekker.

Het is een beetje te vergelijken met de smaak van tong. Heel fijn en licht zoetig.De kop neemt 70 % van het lichaamsgewicht in beslag en het lijf wordt in de visserijwereld ook wel hammetje genoemd.